Boeren voor Buren: eerlijk en lokaal

“Boeren Voor Buren biedt groente- en fruitpakketten van boeren in de omgeving aan aan gezinnen met een stadspas. De boeren en de gezinnen krijgen een eerlijke prijs. We bieden wat er in Nederland wordt geteeld en wat in het seizoen is. 

We brengen gezinnen en boeren dichter bij elkaar door ze kennis te laten maken met de producten. We geven gezinnen educatie over groente en fruit en nemen de kinderen met onze profijtklassen van Stichting Studiezalen mee naar het erf van de boer in het Flevogebied. De kinderen delen deze kennis weer met hun ouders. Hiermee verbreden ze hun leefwereld. We vinden dat winst maken geen doel mag zijn binnen dit initiatief . Alle winst moet geïnvesteerd worden in de gemeenschap, groei en doorontwikkeling. Zo krijgen de boeren én gezinnen een goede prijs en worden hun leefwerelden bij elkaar gebracht!”

“Ik kwam op het idee door Stichting Studiezalen, een stichting die kinderen uit kwetsbare wijken in Amsterdam helpt om zichzelf te ontwikkelen en het beste uit zichzelf te halen. Vanuit daar ken ik de gezinnen, de wijk en de behoeftes. De gezinnen waarmee ik werk en die om me heen zijn, uiten naast hun dromen en doelen ook hun zorgen. Het was aan het begin van corona schrijnend om te zien dat veel gezinnen zorgen hadden over dingen die voor anderen vanzelfsprekend zijn, bijvoorbeeld de dagelijkse maaltijd op tafel kunnen zetten.

Ook konden kinderen thuisonderwijs niet volgen omdat ze geen laptop of internet hadden. Vanuit daar ben ik samen met Eric Traa van de Rabobank en Ruben Nieuwenhuis van de Amsterdam Economic Board op het idee gekomen om Boeren voor Buren op te richten. We brachten eerst vier maanden lang gratis groente en fruit van boeren naar buren. Het ging toen om 400 à 600 gezinnen die we gratis voedselpakketten rechtstreeks van de boer konden aanbieden en dat is verder ontwikkeld naar Boeren voor Buren zoals het nu is.”

“Het lijkt mij geweldig als onze gezinnen meer leren over de innovatie van de boerenwereld. Ik hoop dat ze hierdoor geïnspireerd worden om bewuster en gezonder te gaan leven. Ook lijkt het me leuk als de jongeren hun talenten en hun passie ontdekken en gaan ondernemen met die boeren. We zijn nu met jongeren in gesprek die niet meer terug naar school willen, wat niet altijd door het systeem wordt gezien. De kans is daardoor groter dat ze hun onderwijsdoelen niet behalen en minder kansen grijpen, en wij bieden die jongeren tijdens lifecoach-gesprekken andere opties. Wij laten hen zien wat de mogelijkheden zijn bij de boeren waarmee we werken. Ik denk dat we daardoor ook tonen dat werken op het land stoer en hip kan zijn.”

“Ik zou het geweldig vinden als we in een Amsterdam wonen waar geen kwetsbare wijken meer bestaan. Waar die term niet meer aan de orde hoeft te zijn. Dat de kinderen die hier geboren zijn niet de armoede of het gebrek aan netwerk van hun ouders over hoeven te nemen. Dat de bewoners van wijken die de stempel ‘kwetsbaar’ hebben gekregen alle kansen krijgen. Ik wil dat iedereen mag profiteren van de welvaart, de kansen en de gezondheid van het land. Ook wil ik een stad zonder racisme, zonder discriminatie, zonder ongelijkheid en zonder armoede. Ik zie nu nog kinderen zonder ontbijt naar school gaan. Dat mag niet meer denkbaar moeten zijn.”

“Ik ben een echte Amsterdammer. Ik durf geen uitspraken te doen over andere steden, ik denk dat iedereen goed bezig is op zijn of haar manier. Maar ik kan wel benoemen hoe belangrijk het is zo’n sterk college te hebben: een linkse gemeenteraad. Je ziet dat er begrip is voor de urgente zaken en ze intrinsiek gemotiveerd zijn om écht iets te doen. Zo krijgen initiatieven die veel impact maken meer aandacht en netwerk. Er wordt steeds meer gedurfd om ongelijk te investeren voor die gelijke kansen. Burgemeester en wethouders tonen interesse. Ze willen samen de stad beter maken. Ik denk dat dat echt uniek is. Mensen maken tijd voor je om oprecht te luisteren.”

“Duurzaamheid moet een begrip worden voor iedereen. We moeten allereerst weer beginnen bij de basis om elkaar echt te leren kennen. Dan weet ik zeker dat de ander ook aan boord zal stappen om de stad gezonder te maken. De kinderen van de profijtklassen komen met de meest fantastische ideeën als je een connectie met ze hebt en ze vertelt over duurzaamheid. Dit vertellen ze weer aan hun vriendjes en familie en zo worden ze ambassadeurs omtrent duurzaamheid. We moeten dus meer verbinding met elkaar maken en het gesprek aangaan met mensen die misschien nog niet weten wat het inhoudt om duurzaam te leven.”