Nieuw: 10 feiten voor een duurzamer Amsterdam!

Bekijk meer!

'Het belang van het stadsbos is groter dan ooit!'

Elke maand interviewt De Gezonde Stad een duurzame Amsterdamse koploper. Deze keer spreken we Crisow von Schulz, de voorzitter van Stadshout. Dit is een stichting die Amsterdamse bomen een tweede leven geeft in eigen stad. We ontmoeten elkaar in de Stadshout Zagerij in het Amstelpark.

  • Geplaatst 4 mei 2021

Handen uit de mouwen

Crisow von Schulz heeft een passie voor hout. Als directeur van Stichting Stadshout ziet hij de stad als een bos vol mogelijkheden. De stichting maakt planken van Amsterdamse bomen die daarna gebruikt worden door lokale ondernemers. Crisow wil dat geen enkele splinter hout de stad verlaat en in biomassacentrales wordt verbrand. Zo maakt hij Amsterdam duurzamer en CO2-neutraler. 

Aanpak

Hoe draag jij bij aan een duurzamer Amsterdam?

‘Met Stichting Stadshout maken wij planken en halffabrikaten van Amsterdams hout. De bomen die wij gebruiken verdwijnen normaal gesproken in biomassacentrales. Hier steken wij een stokje voor. Wij zorgen hiermee voor bikkelharde CO2-opslag. Ook geven we een verhaal terug. Veel bomen hebben namelijk een emotionele waarde voor Amsterdammers. Onze doelstelling is om geen snipper hout de stad uit te laten gaan. Dat lukt bij lange na niet, maar op het stuk waar wij verantwoordelijk zijn, gaat dat goed.’

‘We produceren dus planken en zijn een soort spin in het web, want we leveren veel hout aan verschillende lokale maakindustrieën. Ook hebben we een winkel in de Van Woustraat. Daar verkopen we al deze producten; van brillen en muziekdoosjes tot speelgoed en snijplankjes. Hout raakt zo ongelofelijk veel facetten in de samenleving. Het is ontzettend leuk om ook voor alle reststromen een mooie bestemming te vinden. Zo leveren we bijvoorbeeld zaagsel aan een paddenstoelenkwekerij en afgezaagde stukjes hout aan een speelgoedmaker.’

De start

Waarom ben je dit project gestart en hoe kwam je op het idee?

‘Voorafgaand aan dit project had ik een meubelmakerij in Amsterdam. Al het hout dat ik gebruikte kwam uit de tropen. Ik was zelf aan het kijken of ik niet over kon stappen op lokale grondstoffen toen er in 2008 een boom werd gekapt in de achtertuin van de overbuurvrouw. Zij vond dat heel erg zonde. Toen kwamen we op het idee om deze boom in planken te zagen. Een mobiele zagerij kwam langs om te helpen. Er kwamen veel collega’s kijken en het was een groot spektakel. Een aantal jaar later hebben we Stichting Stadshout opgericht vanuit de ambachtenvereniging.’

De toekomst

Wat is jouw droom?

‘Ik droom dat er geen splinter meer de stad uitgaat. Dat al het goede stadshout nuttig gebruikt wordt en dat we producten ontwikkelen die gemaakt kunnen worden van takken en kroonhout. Op dit moment doen we daar onderzoek naar. Het zou mooi zijn als al het stadshout op een hoogwaardige en duurzame manier gebruikt wordt. Op dit moment worden veel bomen in biomassacentrales verbrand. Hier komt veel CO2 bij vrij. Daarom moeten we ervoor zorgen dat veertig jaar oude bomen na de kap ook veertig jaar of langer in een product gevangen zitten. Dan heb je een CO2-neutrale cyclus.’

De visie

Hoe ziet jouw ideale Amsterdam eruit?

‘Idealiter zou de gemeente alle bomen uit de stad zelf inzamelen en verdelen over lokale bedrijven. Op dit moment geeft de gemeente een groot deel van het stadshout cadeau aan aannemers. Ook zou de gemeente meer bomen mogen herplanten. Als je door de stad fietst, zie je lege boomplekken. Dat vind ik zorgwekkend. Het zou een goede ontwikkeling zijn als we de stad als productiebos gaan zien. Bij het planten van bomen in de stad zou de gemeente dan meer moeten letten op de houtkwaliteit. Wat mij betreft mogen ze heel veel cipressen en essen neer gaan zetten en wat minder kastanjes. Daar heb je niks aan. Het is geen duurzaam hardhout en kastanjes hebben haast altijd een draaigroei. Ze groeien als kurkentrekkers en daar kan je geen planken van zagen.’

Aan de slag

Wat kan ik morgen doen om de stad duurzamer te maken?

‘We hebben veel belang bij bomen en planten, omdat ze zuurstof produceren, water opslaan, fijnstof opvangen, lucht verschonen en hitte verminderen. Ik zou daarom gaan tegelwippen. In Amsterdam heb je af en toe belachelijk brede stoepen. Daar kan best wel een tuintje van gemaakt worden. Je kunt ook een geveltuin aanleggen of een bloembak in je raam zetten. Alles helpt. Zo verbeter je de biodiversiteit. In de stad komen meer insecten voor dan op het platteland. De stad is een betere biotoop. Op landbouwgronden is de biodiversiteit namelijk lager en wordt er veel meer gespoten. Het belang van het stadsbos is dus groter dan ooit.’