Plant een pit!

Iedereen kent de opgekweekte avocadopitten wel. Maar heb je er wel eens aan gedacht dat die chilipeper- en sinaasappelpitjes die je altijd in de afvalbak gooit ook kunnen uitgroeien tot een prachtige plant? En een plant die je zelf hebt laten groeien is vaak veel boeiender dan een perfect opgekweekte en symmetrische kamerplant van het tuincentrum. Dus vanaf nu koop jij nooit meer een nieuwe plant in de winkel, maar groei je vanuit jouw keukenafval zelf een sinaasappel-, mango- of chilipeperplant. In deze blog vertellen we je stap voor stap hoe je dat doet.

Mango’s, o zo lekker! Maar dat die mango de hele wereld over heeft gereisd voordat hij op je bord belandt is niet zo duurzaam. De oplossing? Kweek je eigen mangoboom!

• Nadat je het smeuïge vruchtvlees van deze tropische delicatesse verorberd hebt, is het tijd om de pit onder handen te nemen. Was en schrob de pulp goed van de pit af, tot de pit mooi schoon is.
• Snijdt de plattere kant van de pit een beetje in met een scherp mesje, zodat er water in kan. Zet hem circa twee weken in een lege jampot of glazen sapfles gevuld met water op een warme plek. Ververs het water dagelijks.
• Na ongeveer twee weken zie je een klein stukje plant groeien. Als dat niet zo is, dan kan je de vochtige pit in een dicht plastic zakje stoppen en terugleggen op de ware plek, totdat je ziet dat er iets begint te groeien.
• Nu kan je de pit in een potje met aarde planten. Vergeet niet om de plant, zeker in het begin, regelmatig een scheutje water te geven.

Binnen no time groeit jouw tropische verassing de pot uit!

Niets gaat boven een versgeperst glaasje jus d’orange op de zondagochtend. Hoewel… een glaasje sap van eigen oogst smaakt nog een tikkie beter. Citrusboompjes zorgen voor instant mediterrane sferen en zijn fantastische kamerplanten, en ook op je balkon brengen ze het vakantiegevoel naar jou toe. Dus sla een zak van deze oranje vitaminebommetjes in bij de biologische supermarkt en trakteer jezelf op een overdosis vitamine C. Let goed op dat de pitjes niet meegaan in de afvalbak, want april is de perfecte periode om de pitjes te zaaien.

• Was de pitten en stop ze in een bakje met aarde. Stop het bakje in een doorzichtige (hergebruikte) plastic zak en maak de zak dicht.
• Houd de aarde vochtig en zorg voor een constante temperatuur tussen de 16 en 21 graden. Na twee tot acht weken zie je de plantjes voorzichtig opkomen.
• Als het zover is kun je de plastic zak eraf halen, maar houd de kiemplantjes op een warme plek.
• Als ze minstents vier blaadjes hebben kun je ze verplanten naar een eigen pot. Zet de planten op een zonnige plek, zonder koude wind of tocht.
• Als de planten wat groter zijn, hoef je de aarde niet meer vochtig te houden, maar kun je de grond een beetje op laten drogen tussen de gietbeurten door. Door af en toe de zijtakjes weg te snoeien, kun je een mooi boompje op stam laten groeien.

In het voorjaar geniet jij straks van de geurende bloesem en in het najaar pluk je de vruchten van jouw noeste arbeid. Wedden dat je niet eens meer op vakantie wilt?

Hou je van hot en spicy? Dan ga jij voor de chilipeper. Chilipepers zijn heel eenvoudig zelf te kweken. Ideaal voor de beginner dus.

• Haal de pitjes uit de peper, zaai ze in een potje met vochtige potgrond en zet de pot in een dichte plastic tas, op een warme plek (18-21 graden), bijvoorbeeld boven je centrale verwarming. De grond moet een beetje warm en vochtig blijven om de zaadjes te laten kiemen.
• Na een of twee weken zie je als het goed is de eerste sprieten opkomen. Nu kan je de plastic zak weghalen, maar laat de plantjes voorlopig op een warme, lichte plek staan. Na een paar weken kan het handig zijn om de plant te ondersteunen met een stokje.
• Laat de grond als de plant wat groter is steeds een beetje opdrogen voordat je weer water geeft.

Als je zelf van pitjes een peper kweekt, weet je nooit hoe heet de pepers zullen zijn. Maar gelukkig houd jij wel van een hete verrassing, toch?

Tip: als je er teveel pepers aan de plant groeien om in één keer op te eten, oogst dan de pepers en rijg met een naald een draadje door de steeltjes. Hang de pepers op een donkere plek te drogen. Als ze helemaal droog zijn, kun je de pepers in glazen potten bewaren, en heb je jarenlang plezier van jouw pikante zaaigoed.

• Koop het liefst biologisch fruit en groente, dan weet je zeker dat het niet besproeid is met stoffen die ontkieming tegengaan.
• Je kunt de goede zaden van de slechte scheiden door ze in water te dompelen. Alle zaden die drijven, kun je het beste weggooien omdat deze waarschijnlijk niet zullen ontkiemen.
• Teveel water is nooit goed! Maak wat gaatjes in de onderkant van het bakje, zodat overtollig water weg kan lopen, anders kunnen je pitten gaan schimmelen.
• Geef de aarde in de pot vast water voordat je de pitjes plant, om te voorkomen dat ze allemaal naar één kant van de pot spoelen.
• Plant de pit 2 à 3 keer zo diep als hij groot is. Houd de grond na het planten voortdurend vochtig, om te voorkomen dat de pitten uitdrogen tijdens het ontkiemen.
• Verplaats de jonge plantjes nooit in één keer van binnen naar buiten, maar laat ze beetje bij beetje aan het temperatuurverschil wennen.
• Lees het boek ‘Plant een pit’ voor nog meer tips en inspiratie. Dit boek kun je online bestellen bij Veldman Uitgevers, of koop hem direct in de winkel, bijvoorbeeld bij Wildernis Amsterdam of bij Bruna. 

Met deze tips kan het bijna niet meer mis gaan met jouw pittenproject! Het kan soms wel een paar jaar duren voor je kunt oogsten van je plant. Maar heb geduld, want hoe leuk is het om je boompje steeds groter te zien worden? En over een paar jaar te kunnen pronken met je eigen oogst!