'Laat maar zien wat je kan, Amsterdam!'

Aniek Moonen is voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging, een organisatie die de stem van jongeren vertegenwoordigt in het klimaatdebat. Ze werkt samen met andere jongerenorganisaties om erachter te komen hoe jongeren kijken naar een duurzame toekomst en hoe die eruit moet zien. Dat doet ze door concrete vragen te stellen: 

“Hoe willen jullie dat Nederland eruit ziet in 2050? Dus wat voor banen wil je dat er zijn, wat voor werk wil je doen, wat voor voedsel wil je dan eten en hoe wil je wonen? Heel toekomstgericht. Dan gaan we met die stip op de horizon in gesprek met de politiek en proberen we die toekomstvisie te vertalen naar het nu, naar actie!” 

“Wij proberen met de Jonge Klimaatbeweging de politiek te beïnvloeden om keuzes te maken voor de toekomst van Nederland. Als voorzitter ga ik bijvoorbeeld in gesprek met politici en beleidsmakers om te kijken hoe we de visie van jongeren kunnen overbrengen. Dat vind ik echt heel tof werk.

Er worden in de politiek hele belangrijke keuzes gemaakt over de toekomst en wij willen dat de mensen die de beslissingen maken zo veel mogelijk luisteren naar jongeren, omdat wij, jongeren, in de stad van morgen moeten leven. We willen de toekomst leefbaar maken voor onszelf, maar ook voor toekomstige generaties.”

“Ten eerste gaat het om de opwarming van de aarde; we willen rond de 1,5 graad zitten maar we koersen nu af op de 2, of zelfs 3 graden, en dat is wel echt pijnlijk. Dat kan echt betekenen dat onze toekomst in gevaar komt en dat willen we voorkomen. Daarnaast willen we dat we ook meer voorbereid zijn op de veranderingen die eraan zitten te komen. Dit betekent dat we steden bestendig maken tegen gevolgen van klimaatverandering zoals overstromingen of hittestress. We maken al goede stappen in Nederland, maar er moet nog veel meer gebeuren.”

“Ik ben van huis uit helemaal niet bezig geweest met klimaat, ik zeg ook vaak dat ik tot mijn 18e een klimaatontkenner was. Pas toen ik ging studeren zag ik wat er gaande was en dacht ik, wow, waarom doen we hier niks aan? Ik heb ook een halfjaar in Californië gezeten voor school en daar zag ik de schade die de bosbranden kunnen aanrichten. Door klimaatverandering zijn deze branden steeds meer voorkomend. In Nederland staan we daar heel ver vanaf, met ons gematigde klimaat. Toen ik weer in Nederland kwam ben ik eigenlijk gelijk gaan zoeken naar organisaties die met klimaat bezig waren, maar ik wist niet echt wat er was. Toen zag ik de Jonge Klimaatbeweging en dacht ik BINGO!, dit is precies wat ik zoek. Ik ben begonnen als bestuurslid en na 1,5 jaar ben ik voorzitter geworden.”

“Aan de ene kant is het heel leuk en tof, omdat ik allemaal leuke organisaties en mensen spreek over wat zij belangrijk vinden, maar tegelijk merk ik wel die druk. Ik vertegenwoordig een grote achterban en ik spreek dus namens 100.000 jongeren. Ik wil dat ik lever wat mijn achterban van mij verwacht, en dat is soms wel stressvol. Ik weet hoe ontoegankelijk het is om als jong persoon mee te doen aan de politiek, dus ik vind het fijn dat ik jongeren kan helpen beter na te denken over wat er politiek gebeurt in Nederland.

“Wij vertalen wat de jongeren willen naar een Jonge Klimaatagenda, dat is een visiedocument voor Nederland in 2050, en voor ons is dat een soort toekomstbeeld waar de politiek zich aan kan houden. Dit gaat over hoe jongeren in 2050 willen leven, werken en wonen, wat ze willen eten en hoe ze de wereld dan willen zien. Als dat beeld zou uitkomen, is mijn droom vervuld. Maar ook op politiek gebied wil ik echt dat jongeren beter kunnen meedoen aan de politiek. Ik wil dat jongeren zich comfortabel genoeg voelen om zich te mengen in de klimaatdiscussie, zodat ook hun stem gehoord kan worden. Zo kunnen we de impact van klimaatverandering beperken.”

“Ik zit in de Duurzaamheidsraad van Amsterdam en vind dat Amsterdam echt een voorbeeld kan zijn voor andere steden in Nederland. Ze zijn namelijk goed op weg, maar er moet ook veel nog beter. Dan kan je het hebben over, bijvoorbeeld, dat het raar is dat er nog steeds zo veel auto’s in Amsterdam rijden, terwijl er gewoon ruimte gemaakt moet worden voor de voetganger en de fietser. Mede daardoor is het op sommige plekken in Amsterdam beter voor je gezondheid om binnen te blijven, dan naar buiten te gaan, omdat je dan allemaal uitlaatgassen inademt. Dat moet beter. Ik woon zelf in Den Haag en daar zie ik dat de stad nog echt heel erg achterloopt in de verduurzaming, en dan hoop ik ook dat Den Haag Amsterdam als voorbeeld kan nemen en zo geïnspireerd wordt om duurzamer te worden. Er is zo veel kennis en geld in Amsterdam om de stad duurzaam te maken, dus ik zou zeggen laat maar zien wat je kan, Amsterdam!”

“Ik vind zelf altijd dat het grote plaatje erg belangrijk is en dat de echte veranderingen komen door het grootte aan te pakken. Aan de ene kant willen we dat zoveel mogelijk mensen zonnepanelen gebruiken, tuinen aanleggen en individueel goed bezig zijn, maar het is ook belangrijk om ons te bemoeien met de big picture. Dan zeg ik eigenlijk altijd: ga je bemoeien met de lokale politiek, zoals de gemeenteraadsverkiezingen. Ik vind stemmen echt heel belangrijk, niemand van mijn vrienden of familie komt ermee weg om niet te gaan stemmen, daar zorg ik altijd wel voor. Naast verkiezingen zijn er zoveel manieren om je ideeën te delen met de politiek, zoals inspraakavonden. 

Nu zijn de lasten van klimaatverandering oneerlijk verdeeld over de generaties. De mensen die nu aan de knoppen zitten, hebben een minder groot belang in het inleveren van luxe en privileges, om de toekomst leefbaarder te maken. De jonge mensen moeten in de toekomst de grootste offers doen omwille het klimaat, omdat het probleem dan een stuk erger is. Als we nu meer doen om klimaatverandering te beperken, kunnen we het lijden van de toekomstige generaties verminderen.

We denken vaak dat we niets kunnen doen om de politiek te veranderen, maar door je uit te spreken voor wat je belangrijk vindt, kan je wel degelijk verandering brengen. Zoek uit wat je kan doen in jouw eigen omgeving, misschien kan je een mail sturen naar een vertegenwoordiger, zodat het duidelijk is dat er draagvlak is.”