Hoe maak je van je moestuinbak een succes?

Het opzetten van je eigen moestuin is eigenlijk veel makkelijker dan je denkt. Je verwacht misschien dat je veel ruimte nodig hebt, maar ook in de stad kun je je eigen groenten verbouwen. Huur een moestuinbak, of start een minimoestuin in een bak op je balkon! De volgende vraag is dan natuurlijk: wat is nou de juiste manier om de bak zo goed mogelijk te onderhouden? Heeft mijn moestuinbak genoeg water, licht en warmte? Of juist weer teveel? Geen paniek! Hier vind je praktische tips om je planten een handje te helpen!

Nancy Wiltink van Moestuinschool Amsterdam  helpt je op weg en deelt 5 handige moestuintips, zodat dit tuinseizoen echt een succes wordt:

1. Download een goede weer-app: de juiste verzorging is afhankelijk van het weer. Planten hebben water, licht en warmte nodig om te groeien, dus is het belangrijk om een goede weer-app te hebben zodat je vooruit kunt plannen.
2. Geef je moestuinbak genoeg water: een moestuinbak droogt sneller uit dan een moestuin. Over het algemeen heeft een bak van 1 bij 1 meter ongeveer 10 liter water per week nodig. Bij kleine plantjes en zaadjes is er zelfs nog meer water nodig. Op het moment dat het zaadje in de grond zit, begint de verzorging dus al! Zorg dat de grond vochtig blijft als de plantjes ontkiemd zijn en laat de grond niet teveel uitdrogen. Geef dus water afhankelijk van het weer. Zorg er wel voor dat het teveel aan water goed kan weglopen als je je moestuin in potten opkweekt. Als de grond kleddernat is, kunnen de wortels geen zuurstof opnemen.  Daarnaast is het altijd belangrijk om met je vinger te controleren of de grond onder de bovenste twee centimeter voldoende vochtig is, net als bij een kamerplant. Soms is het bovenste laagje wel opgedroogd, maar is de aarde daaronder nog nat.
3. Hou de buitentemperatuur in de gaten: hoe warmer het is, hoe meer water er verdampt en des te meer water je moestuinbak nodig heeft. Pas als de planten groter worden, wortelen ze dieper en creëren ze meer schaduw, waardoor ze het langer kunnen uithouden zonder extra water. Toch kunnen bij koudere temperaturen sommige planten maar langzaam groeien. Dan is het belangrijk ’s avonds je planten af te dekken, zodat ze het niet te koud krijgen. Voor jonge planten is het vooral gevaarlijk wanneer de temperatuur onder nul komt, dan kunnen sommige plantjes verwelken of vorstschade oplopen.
4. Meer licht betekent meer blad: licht is van groot belang om het voedsel van de plant in het blad te kunnen maken. Waardoor de planten nog grotere bladeren kunnen groeien en nog meer voedingsstoffen kunnen maken. Toch moet je oppassen met te veel direct zonlicht, dit kan namelijk de plant verbranden.
5. Nog even geduld: tussen 12 mei en 21 juni is de ideale groeiperiode voor veel planten. Er is dan veel licht en niet al te warm, maar ook geen vorst meer. Hierdoor kunnen vorstgevoelige planten eindelijk naar buiten. Door deze planten vooraf te zaaien geef je ze nog een extra boost, zodat ze wat groter zijn als ze naar buiten kunnen. Met een beetje geluk kun je vanaf 10 mei al iets eerder beginnen en de vorstgevoelige planten een paar dagen eerder uitplanten.

Nu je ongeveer weet wat er nodig is voor een succesvol seizoen, kun je bedenken wat je in je bak wilt laten groeien en oogsten. De ene groente kun je al na een paar weken oogsten, de andere heeft wat meer tijd nodig. Het is slim om een zaaiplan te maken, zodat je de hele zomer iets kunt oogsten. Of kies juist voor snelle groeiers, zodat je alles kunt oogsten voor je op vakantie gaat, om daarna een nieuwe start te maken.

Kies voor eenvoudige groenten die niet te veel eisen stellen aan de bodem, bemesting en standplaats. Denk bijvoorbeeld aan deze eenvoudige groenten en kruiden die je al vanaf april direct in de grond kunt zaaien, of in een pot op je balkon: pluksla, rucola, radijs, bleekselderij, (snij)biet, courgette (let op: heeft veel ruimte nodig!), peulen (klimmen graag langs een rekje omhoog), augurk. Of onze beginnerstip: start met keukenkruiden. Die kun je zelfs in je vensterbank laten groeien als je weinig ruimte of zon op je balkon hebt.

Biologische zaden koop je bijvoorbeeld bij De Bolster, Vreeken, van der Wal, of Tuinjoop. Kant en klare kruiden van Amsterdamse Bodem koop je onder andere bij Kwekerij Wiering of Wildernis Amsterdam. Kijk goed naar de instructies op het zakje met zaden, daar staat precies hoe diep en hoeveel je moet zaaien. Zaai niet teveel zaden dicht bij elkaar, want de planten hebben ruimte nodig om goed te kunnen groeien. Zaai de planten die het hoogste worden achterin je bak, zodat alle planten genoeg licht vangen.

Het bouwen van je eigen bak is trouwens heel eenvoudig: neem een pallet, zet daar twee bakranden op, leg worteldoek op de bodem van de bak en stort deze vol met zwarte aarde. Dus claim dat kale stukje grond en zaaien maar!