Zo help je dieren de winter door

De stad wordt steeds voller en het groen staat onder druk. Minder struiken, meer tegels en opgeruimde tuinen maken het voor dieren lastiger om eten en schuilplekken te vinden.

Egels, insecten en andere kleine dieren schuilen in de winter tussen bladeren en takken. Laat ze daarom liggen in je tuin of plantsoen. Zo’n “rommelig” hoekje is juist goud waard.

Bonus: Bodemdieren breken het materiaal langzaam af en geven de voedingsstoffen terug aan de bodem. Zo draait de natuur haar rondje. Mooi toch? En jij hoeft eniets voor te doen.

Egels slapen in de winter en zijn afhankelijk van rustige, groene plekken. Die verdwijnen steeds vaker, waardoor egels moeilijker voedsel en beschutting vinden. Het aantal egels is de afgelopen 30 jaar sterk afgenomen.

Door bladeren te laten liggen of een egelhuisje te maken, geef je egels een veilige plek om te overwinteren

Water is in de winter minstens zo belangrijk als voedsel. Zet een ondiepe schaal met water neer, zodat dieren er veilig van kunnen drinke. Ververs het water regelmatig.

Vriest het hard? Haal de schaal dan tijdelijk weg, zodat dieren niet vast komen te zitten in het ijs.

In de winter lijkt de natuur stil, maar dit is juist het moment om vooruit te helpen. Plant biologische bloembollen zoals krokus, sneeuwklokjes en wilde tulpen.

Deze bloeien vroeg in het voorjaar en zijn een belangrijke voedselbron voor bijen en andere insecten. Zo help je de natuur op gang, nog voordat veel andere planten bloeien.

Vogels verbruiken in de winter veel energie. Help ze door ongezouten noten, zaden of biologisch vogelvoer aan te bieden. Geef liever geen brood: dat vult wel, maar voedt niet.

Een pindaslinger aan je balkon of in de tuin doet het altijd goed. Rijg er wat stukjes appel of peer tussen en je geeft vogels een echte wintertraktatie.

Een gezonde stad is niet alleen fijn voor mensen, maar ook voor dieren. Zo maken we Amsterdam samen groener, gezonder en diervriendelijker.